Deel 2 - De koersen

Het lijkt logisch dat je ook je zeilen moet kunnen hijsen om te gaan zeilen en dat is natuurlijk ook zo, maar dat gedeelte sla ik nu even over: er zijn belangrijkere dingen bij het zeilen! We beginnen met de verschillende koersen die je met een zeilboot kunt varen.

Zoals je ziet kan je met een zeilboot 8 verschillende koersen varen en de windrichting ten opzicht van je boot bepaalt deze koers. Hieronder heb ik de koersen namen gegeven.

  1. In de wind (zeilen klapperen)

  2. Aan de wind (met de zeilen over Bakboord)

  3. Aan de wind (met de zeilen over Stuurboord)

  4. Halve wind (met de zeilen over Bakboord)

  5. Halve wind (met de zeilen over Stuurboord)

  6. Ruime wind (met de zeilen over Bakboord)

  7. Ruime wind (met de zeilen over Stuurboord)

  8. Voor de wind (zeilen kunnen zowel over Stuurboord als bakboord)

Zoals je ziet zijn er in totaal 6 koersen aan de wind, halve wind en ruime wind. Hieronder zal ik per koers nog wat uitleg geven.

  • In de wind - Recht tegen de wind in kunnen we niet zeilen! De zeilen vangen geen wind en klapperen. Meestal hijs je je zeilen in deze stand!

  • Aan de wind - Aan de wind betekent schuin tegen de wind in. Alle richtingen die tussen de twee aan-de-windse koersen liggen kunnen we niet zeilen. Je zou ze kunnen zien als uitersten (als we van de ene naar de andere aan-de-windse koers willen zullen we dan ook moeten draaien: dit het overstag (wenden) gaan).

  • Halve wind - Halve wind betekent dat de wind precies van achteren komt.

  • Ruime wind - Ruime wind betekent dat de wind schuin van achteren komt.

  • Voor de wind - Bij voor de wind komt de wind precies van achteren. Doordat de wind precies van achteren komt, kunnen grootzeil en fok zowel aan bakboord als aan stuurboord staan.

Begrijp je nog niet wat bakboord en wat stuurboord is?? Geen probleem, dat lees je in het volgende deel!

Deel 3 - Een paar begrippen - Meer over ... Zeilen!